Het contact met de specialisten die een dergelijke diagnose moeten vaststellen viel ons niet erg mee. Er werden ingewikkelde termen naar ons hoofd geslingerd waarvan we het bestaan niet konden vermoeden. Dat bleek uiteindelijk goed bedoeld om te voorkomen dat we geconfronteerd zouden worden met hoge rekeningen als zou blijken dat er geen sprake zou zijn van dyslexie. Het kwam er op neer dat je wel een echt zeer groot vermoeden moest hebben dat je kind last zou hebben van dyslexie en dat je anders niet kon rekenen op een vergoeding. Wij hadden niet verwacht dat hiervoor zo’n hoge drempel werd gelegd en knapten hierop af.

Toen pas ging er bij mij een lampje branden met een melding uit een ver verleden. Mijn vader had in de jaren tachtig, toen hij directeur was van de Prinses Ireneschool in Delft, lange tijd succesvol samengewerkt met optologen. Mijn kindertijd was toen allang voorbij en ik heb dat niet helemaal van dichtbij meegemaakt maar ik kan me nog wel de succesverhalen herinneren van de vooruitgang die werd geboekt bij vooral de kinderen die niet erg mee kwamen. Vooral de manier waarop maakte toen veel indruk waardoor de school zelfs in de in de actualiteitenrubriek op de televisie kwam. De stimulering van de ontwikkeling van de motoriek stond hierbij centraal en dat gebeurde op een voor die tijd bevrijdende manier: de kinderen moesten meer gaan hinkelen en touwtje springen. De houding van het kind en de manier waarop het zijn ogen gebruikte stond centraal. Dit leverde in die tijd opmerkelijke successen op.
Een korte zoektocht op internet bracht mij bij een optologische praktijk in Zwijndrecht. Het toeval wilde dat deze praktijk wegens ziekte werd waargenomen door ene optoloog die indertijd met mijn vader intensief had samengewerkt, Ferdinand Overdijk.

Pagina1 2 3 4 5

Optologie
Ferdinand
Coaching
Schoolrijpheid
Referenties
Contact & Links